Zaterdagavond 5 oktober, zondagmiddag 6 oktober en 13 oktober 2013.
Gepetto woont in een dorpje. Een heel klein, bijzonder dorpje. Alles lijkt oud, maar is het niet. ’t Is namelijk een museum. Je kunt zien hoe de mensen vroeger leefden. Gepetto is een poppenkast speler. Met zijn zelfgemaakte poppen geeft hij meerdere keren per dag een voorstelling. De kinderen noemen hem opa. Opa heeft een nieuwe pop gemaakt: Pinokkio en vindt hem de mooiste pop die hij tot nu toe gemaakt heeft.
Tegen de toeschouwers zegt Opa dat poppen tot leven komen als mensen slapen. Wat Opa niet weet is dat dat in werkelijkheid ook gebeurd ! De poppen hebben drie belangrijke regels afgesproken: ze mogen alleen bewegen als mensen ze niet kunnen zien, ze mogen alleen praten als mensen ze niet kunnen horen ze mogen nooit aan de spullen van mensen komen. Pop Pinokkio moet nog veel leren. Hij is zo blij dat hij kan bewegen dat hij recht in Opa’s armen danst. Daarbij zegt hij tegen Opa: ‘Hallo, ik kan dansen, goed hè?’ Opa is stomverbaasd en blij. Hij heeft altijd al een zoon willen hebben. Dat verandert als Pinokkio en zich ook niet aan de derde regel houdt. De gevolgen zijn groot. De poppen besluiten Pinokkio te helpen. Een bonte stoet van lepels, messen, trollen, feeën, heksen en vele andere karakters gaan op weg, door het enge toverbos, naar de verffabriek. Zou alles goed aflopen?